letras.top
a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 #

letra de de vallei - thé lau

Loading...

de vallei – net als de velden en de bergen – kent haar eigen lafaards
eigen helden, eigen reuzen, eigen dwergen
haar benen open, opgetrokken strekkend in de richting van de bergen
meestal brandend in de hitte, in de hitte van de zon
maar als – gelijk vandaag – de donder brult tussen haar flanken
dan sidderen haar benen in de echo van de donder

de avond valt; de regen drupt nu rustig op het dons van de vallei
te veel bloemen hier, meestal
maar in de regen die de donder volgt juist weer te weinig

de aard van de vallei verschilt van huis tot huis
zoals de aarde roest en roespetteert
zo roespetteert en roest tussen de bloemen de vallei achter haar luiken
de aard verschilt van huis tot huis
op nr. 10 hier woont een klimmer – het is immers een vallei –
de klimmer die dagelijks hijgend naar de toppen van de verre bergen klimt
op nr. 11 een oude vrijster, dag in dag uit van vroeg tot laat gekluisterd aan
haar borrel en haar buis
nr. 12 herbergt een tandeloze visser die niet langer uit mag varen
zijn vrouw maakt sinds een jaar bezwaar
beiden staren naar de zee, waar de vallei verkoeling zoekt voor
rug en buik en schouders; de zon staat hoog en haar gespreide benen branden
alle bloemen hangen stil in ziedend zonlicht

de verdwaalde gast schrikt terug voor heel die massa, hun gewicht dat hij
– als de bewoners – houdt voor het gezicht van de vallei. en niet de benen
in feite zal die gast in sterrenoversprenkeld donker straks in kromme
dronkenschap zijn zinnen schrijven:
aan u, vallei, laat ik nu dit bericht. aan u, van tijd tot tijd of toch vannacht mijn huis. mijn bericht geheim, verfrommeld neergelegd hier op dit bankje
mijn door u gegeven eigen kleine kluis. hier zag ik boven ons de sterren schuilen in hun
huiverende duister. verder schrijven kan ik niet

de gast kijkt op, opeens is de vallei gehuld in somber donker

de zon komt op
als elke dag strekt de vallei vanuit de zee haar benen
een visarend zweeft over, ziet de gast, die afdaalt
ziet de blaadjes en de bloemen in een glinstering van dauw
her en der openen zich luiken en gordijnen
een beweging treft haar oog
de klimmer was al vroeg vertrokken, even greep hij mis
steentjes rollen langs de flank tot in de beek en in haar stroom tot in het hart van de vallei

rillend wordt de oude vrijster wakker
ze tast bevend op het kastje naar haar glas en naar de fles pastis
halfvol nog van vannacht. niet veel nieuws op de tv

de gast passeert het huisje van de tandeloze visser
die op dat moment ontdekt dat zijn vrouw juist deze nacht het leven heeft gelaten
vandaag vaar ik weer uit, is het eerste wat hij denkt

alle bloemen hangen felgekleurd en stil in ziedend zonlicht
de vallei – haar benen branden en weer gaat een dag voorbij

letras aleatórias

MAIS ACESSADOS

Loading...